De twintigste eeuw
kende twee - vrijwel identiek verlopende - opwarmingsperiodes: 1910-1945 en 1975-2000.
Met één belangrijk verschil: tijdens de eerste periode speelden broeikasgassen
nauwelijks een rol. Het IPCC erkent dat ze voor deze 'early 20th century global warming' geen sluitende verklaring
heeft. Wat ziet IPCC over het hoofd? In hoeverre heeft dat gevolgen voor IPCC's
conclusies inzake de tweede opwarmingsperiode?
De, door IPCC niet te verklaren, vroege opwarming
Fig 2: Tijdens de snelle opwarming begin vorige eeuw
steeg
de zeespiegel even snel als tegenwoordig. Bron: IPCC
|
Een dergelijke klimaatverandering kan niet zomaar worden afgedaan als 'ruis'. IPCC erkent dan ook geen sluitende verklaring te hebben voor deze periode (zie AR5-WG1, Chapter 10). De klimaatmodellen verklaren slechts iets meer dan de helft van de totale temperatuurstijging ad circa 0,5 ᵒC. Voor de attributie verlegt IPCC vervolgens het accent - gemakshalve? - op de periode ná 1950. Tja.
De duizelingwekkende 'great ocean conveyor belt'
Wat was er dan wél aan de hand in de periode 1910-1945
(en mogelijk 1975-2000)? Antwoord: verandering in de intensiteit van de
wereldomvattende oceaancirculatie. Die staat bekend als de thermohaline circulation (THC), de Atlantische tak van de THC wordt
Atlantic meridional overturning circulation (AMOC) genoemd (figuur 3). Die
vervoert het tropische warmteoverschot naar de koude noordelijke poolstreek. De
waterverplaatsing van de AMOC wordt geschat op 15 tot 20 miljoen m3/s en heeft
een energetisch vermogen van één miljard megawatt. Onderweg naar het noorden
staat de AMOC deze warmte af aan de atmosfeer, de waterstroom koelt onderweg af
en wordt zouter. Nabij Groenland duikt - door het dichtheidsverschil - de
afgekoelde stroom naar beneden om vervolgens via de diepe oceaan zijn weg
Fig 3: De 'oceanische transportband' die draagt zorg voor de
herverdeling van warmte over de aardbol. Rood: warm en ondiep.
Blauw: koud en
diep. Zie tekst.
|
Gevarieerd warmtetransport naar de koude poolstreken
Variaties in de intensiteit van de AMOC veroorzaken dus heftige
temperatuurschommelingen in het Noord-Atlantische en Arctische gebied. De
versnelde aanvoer van warmte heeft bovendien invloed op de sneeuw- en
ijsbedekking (o.a. Arctisch zee-ijs, permafrost). Daardoor verandert het
terugkaatsend vermogen van de aarde (albedo), met als gevolg dat het
opwarmingssignaal wordt versterkt. Met als resultaat: opwarming van het
noordelijk halfrond, reductie zee-ijs, extra warmteopname door de oceaan,
versnelde stijging van de zeespiegel, etc.
Fig 4: De AMO-index als indicator voor de intensiteit
van de
AMOC. De omslagjaren (1910 en 1975) zijn duidelijk
zichtbaar. Vanaf begin deze eeuw
maakt hij pas op de plaats.
|
De vraag is dan of dergelijke variaties in de intensiteit
van de AMOC zich daadwerkelijk hebben voorgedaan tijdens die twee
opwarmingsperiodes. IPCC zegt - simpel geredeneerd - dat daarvoor geen bewijs
bestaat. Probleem is echter dat er pas 10 jaar serieus gemeten wordt aan het
volume- en warmtetransport van de AMOC. Gelukkig bestaat er een andere -
afgeleide - indicator: de Atlantic
Multidecadal Oscillation (AMO) waarvoor zelfs een index voor is ontwikkeld:
de AMO-index. Deze AMO - een maat voor de oppervlaktetemperaturen van de noordelijke
Atlantische Oceaan - is vanaf eind 19e eeuw redelijk bekend (figuur 4). Uit de grafiek blijkt dat de AMO in 1910
en 1975 omslaat in de richting van 'warm'. Dit - uiteraard - als gevolg van een
toename in het warmtetransport van de AMOC: het ontbrekende puzzelstukje bij de
opwarming van 1910-1945. En mogelijk - voor een deel - de verklaring voor de
snelle opwarming tussen 1975 en 2000.
Uit figuur 4 blijkt dat de AMO-index sinds begin deze
eeuw pas op de plaats lijkt te maken. Dat wordt bevestigd door de metingen aan
de AMOC (sinds 2004): er lijkt sprake van een lichte afname. De afname van de
AMOC is dus één van de verklaringen voor de hedendaagse 'hiatus' in de
opwarming van het klimaat.
Blijvend effect
De natuurlijke 'multi decadal' variaties van de AMO en
AMOC vertonen een quasiperiodiek karakter met een periode van circa 60 tot 70
jaar. Dan zou je kunnen redeneren dat het effect over langere termijn
uitmiddelt. Maar dat is niet het geval. De AMOC
- met inbegrip van alle terugkoppelingen met de atmosfeer, zee-ijs, snow
cover, permafrost - is namelijk geen lineair systeem. Er zit zogenaamde 'hysterese'
in. De effecten van een toename van de AMOC , zoals in 1910-1945, worden derhalve
niet volledig tenietgedaan als het systeem weer omslaat naar 'koud'. Ook
verdwijnt de eerder opgeslagen extra energie in het klimaatsysteem niet zomaar
de ruimte in. Ergo: het effect van de global warming van 1910-1945 is tot op de
dag van vandaag aanwezig in het wereldklimaat.
Conclusies
Variaties in het warmtetransport van de AMOC hebben
significant bijgedragen aan de snelle en langdurige opwarming gedurende
1910-1945 en 1975-2000. Dergelijke variaties hebben een grote invloed op de energie-inhoud
van het klimaatsysteem en dienen derhalve beschouwd te worden als een 'natuurlijke forcering' en
niet als 'interne variabiliteit of ruis'. Omdat er sprake is van een
niet-lineair systeem, blijft een deel van de opgenomen energie langdurig aanwezig
in het klimaatsysteem. Geconcludeerd mag worden dat over de gehele vorige eeuw
- ook ná 1950 - de natuurlijke bijdrage aan de klimaatopwarming groter is dan
IPCC veronderstelt. En dus is de menselijke bijdrage (en de klimaatgevoeligheid
voor CO2) geringer dan IPCC concludeert.
Onbegrijpelijk
De werking van de THC/AMOC, de relatie tussen AMO en
AMOC, de koppeling tussen AMOC, atmosfeer en Arctisch zee-ijs, het
albedo-effect van Arctisch zee-ijs, etc
is in vele tientallen peer-reviewed wetenschappelijke publicaties beschreven.
Het is dan ook onbegrijpelijk dat IPCC daar geen rekening
mee houdt in hun attributiestatement.
Ter afsluiting een passage uit een van de (vele)
wetenschappelijke publicaties:
"The simulated temperature changes
associated with THC variability cannot fully explain the 0.6 C of 20th century
warming seen in both global and Northern Hemisphere mean temperature, but are large
enough to modify estimates of the rate of anthropogenic climate change"
Waarvan
akte.
----------------------------------
Voor meer informatie: zie mijn boek 'Aan
de knoppen van het klimaat' Zie ook de recensies van o.a. De
Volkskrant en NBD|Biblion.