In hoeverre is het waterprobleem in Syrië veroorzaakt
door klimaatverandering? Daarover gaan de wildste geruchten de ronde. Er wordt
zelfs gesproken over een 'klimaatoorlog', dit als voorbode van wat ons nog te
wachten staat. Terechte zorg of toch weer een 'broodjeaapverhaal'?
Een veel geciteerde studie
is die van Kelley et al (PNAS, 2015) waarin een relatie gelegd wordt tussen klimaatverandering
en het conflict in Syrië. Onder de kop 'significance' wordt de toon gezet:
"There
is evidence that the 2007−2010 drought contributed to the conflict in Syria. It
was the worst drought in the instrumental record, causing widespread crop
failure and a mass migration of farming families to urban centers. We conclude
that human influences on the climate system are implicated in the current
Syrian conflict"
Waarschijnlijk is die kop
verzonnen door de uitgever om de verkoop te stimuleren, want de publicatie zelf
is aanzienlijk genuanceerder. Maar dan nog: is hun conclusie terecht?
Neerslagtrends in landbouwgebieden geven een ander
beeld
Figuur 1 |
Bovendien, als je een relatie wil leggen tussen droogte en landbouwproductie, moet je specifiek kijken naar die gebieden waar 'rain fed agriculture' plaatsvindt. Ofwel in zones waar normaal gesproken meer dan 300-500 mm per jaar neerslag valt. In Syrië is dat het hoger gelegen grensgebied met Libanon en Turkije, en in de kustzone langs de Middellandse Zee. Zie figuur 1. Het betreft dus een klein deel van Syrië.
Is het daar de afgelopen decennia dan zoveel droger geworden? Nauwelijks of niet, zo blijkt uit de neerslagstatistieken van - bijvoorbeeld - Damascus, Aleppo en Kamishli. Zie figuur 2. Weliswaar is het neerslagpatroon grillig, maar er is over de afgelopen 30 tot 40 jaar geen neerwaartse trend te bespeuren. De zogenaamde 'Syrische droogte' beperkte zich tot vooral het uiterste noordoosten (zie station Kamishli) gedurende 2007-2010, maar het herstel daarna is opmerkelijk.
Figuur 2. Bron: KNMI Climate Explorer |
Bevolkingsgroei leidt tot waterschaarste
Syrië is - net als de meeste andere landen in de regio - van nature een 'water stressed' land. Daarvan is sprake indien per hoofd van de bevolking slechts 1000 tot 1700 m3 water per jaar beschikbaar is. Bij 500 - 1000 m3 per jaar is er sprake van schaarste. De bulk van de waterbehoefte - 80 tot 90% - is ten behoeve van de agrarische sector, een klein deel is voor industrie en huishoudens. Met 'beschikbaar' wordt bedoeld de hoeveelheid water welke op duurzame wijze kan worden ingezet. Daarom wordt de 'water stress indicator' (WSI) ook wel gedefinieerd als de verhouding tussen watergebruik en natuurlijke aanvulling. Zie figuur 3.
Figuur 3 |
Het was de bevolkingstoename - in
dertig jaar meer dan verdubbeld - die in
grote delen van Syrië geleid heeft tot ernstige waterschaarste c.q. watertekorten. De
belangrijkste oorzaak was overexploitatie van de beperkt aanwezige grondwatervoorraden.
Zo nam het aantal 'deepwells' (diepe geboorde putten met onderwaterpomp) tussen
1990 en 2010 spectaculair toe van 50.000 tot ruim 230.000 stuks en
verdrievoudigde het met grondwater geïrrigeerde landbouwareaal tot 800.000
hectare. Bovendien ging men over tot meerdere oogsten per jaar hetgeen gepaard
ging met grote verdampingsverliezen.
De aanjager van deze
expansie was het Sovjet-achtige systeem van vijfjarenplannen van het regime
Assad om de landbouwproductie op te voeren. Met daarin een belangrijke plek
voor export (o.a. water slurpend katoen). De gevolgen waren desastreus. Het watergebruik
oversteeg ruimschoots de natuurlijke aanvulling met een enorme daling (> 100
meter) van de grondwaterstand als gevolg. Niet alleen de traditionele ondiepe
waterputten vielen droog, maar ook een deel van de moderne deepwells moesten er
aan geloven. Tot overmaat van ramp schafte het regime Assad in 2008 ook nog eens de subsidies op diesel en kunstmest af, hetgeen een enorme kostenstijging betekende voor de boeren.
Speelt de droogte dan geen rol?
Met 'droogte' wordt bedoeld een periode - van enkele aaneengesloten jaren - waarin het wat minder regent dan gemiddeld. Dat heet 'natuurlijke variabiliteit'. Die is ook terug te vinden in de neerslagcijfers van figuur 2. Maar die leverden voorheen voor de landbouwers geen al te grote problemen op: men kon zulke periodes altijd betrekkelijk eenvoudig overbruggen met tijdelijke aanvullende irrigatie vanuit riviertjes, meertjes en ondiepe traditionele waterputten. Tijdens de daarop volgende droogte, die van 2007-2010 in het noordoosten, was die weg afgesneden vanwege de structurele overexploitatie van de schaarse grondwatervoorraden sinds de jaren '90 én de overexploitatie van oppervlaktewater in het Turkse deel van het stroomgebied.
Conclusie
Droogteperiodes van enkele jaren zijn geen uitzondering en konden doorgaans overbrugd worden door aanvullende irrigatie vanuit riviertjes, meertjes en ondiepe waterputten. Deze weg werd afgesneden toen die bronnen droog vielen als gevolg van de - door het regime Assad aangestuurde - expansie van grondwaterirrigatie met behulp van deepwells sinds de jaren '90. Dat leidde tot overexploitatie van de beperkte grondwatervoorraden met een sterke daling (> 100 meter) van de grondwaterstanden als gevolg waardoor putten, riviertjes en (stuw)meertjes droog vielen.
Weliswaar kan toekomstige klimaatopwarming resulteren in toename van droogteperiodes, maar de recente waterschaarste is vooral veroorzaakt door andere factoren: sterke bevolkingsgroei, slecht landbouwbeleid en inadequaat watermanagement.
Update november 2017
Zie ook de recente (september
2017) publicatie
van Selby et al waarin nadrukkelijk afstand wordt genomen van het werk van
o.a. Kelley et al.